Computers gebruiken in ons dagelijks leven twee soorten afbeeldingen: rasterafbeeldingen (bitmapafbeeldingen) en vectorafbeeldingen. Elk heeft zijn eigen kenmerken en kan worden gebruikt afhankelijk van de behoeften.
Rasterafbeeldingen worden meestal bitmapafbeeldingen genoemd. Deze bestaan uit rasters van pixels, waarbij elke pixel een kleurcode of tint vertegenwoordigt. Wanneer alle pixels die een kleurcode vormen correct zijn verbonden, kunnen we een afbeelding zien.
Vectorafbeeldingen werken met wiskundige relaties tussen elk punt en pad; wanneer ze verbonden zijn, kunnen we de afbeelding zien. Vectorafbeeldingen zijn een redder voor ontwerpers die een specifieke kleur in de afbeelding willen wijzigen, geen resolutie willen verliezen bij het wijzigen van de grootte en willen profiteren van veel andere nuttige voordelen.
Het meest voorkomende verschil tussen een rasterafbeelding en een vectorafbeelding is de schaalbaarheid. Je kunt een vectorafbeelding vergroten of verkleinen zonder resolutieverlies, omdat deze wiskundig is opgebouwd uit punten en paden. Je kunt een vectorafbeelding tot 400% vergroten en deze blijft net zo scherp als in het begin.
Wij geven de voorkeur aan vectorafbeeldingen voor drukwerk om de hoogste kwaliteit te verkrijgen. Het belangrijkste punt is dat het wijzigen van de extensie van een jpeg- of png-bestand naar pdf de afbeelding niet omzet naar een vector. Vectorafbeeldingen worden gemaakt met programma's zoals Adobe Illustrator, CorelDraw, enz. De beste printkwaliteit wordt bereikt met vectorafbeeldingen, maar we proberen onze klanten dezelfde kwaliteit te bieden, zelfs als ze geen vectorbestand hebben.